Van premetro naar metro: handleiding

Publication date
22.01.2021

De meeste stations van de huidige premetro tussen Albert en het Noordstation zijn ontworpen om ze te kunnen omvormen tot metrostations. Dit vereist wel enkele aanpassingswerken zoals het verhogen van de perrons. Ook in de tunnel zijn ingrepen nodig, zoals de installatie van een nieuwe signalisatie en van een derde rail voor de stroomvoorziening van de metro.

 

Gelijkaardige aanpassingswerken gebeurden eerder al  in 1976, toen  lijn 1 werd omgebouwd naar een metro (tussen De Brouckère en Schuman) en in 1988 voor lijn 2.  De werkcontext en de beperkingen zijn aanzienlijk veranderd, maar wij kunnen ons daarop baseren om te vermijden dat we het wiel opnieuw moeten uitvinden.

Verhoging van perrons

De meeste perrons van  premetrostations hebben een hoog perron waarop roltrappen en trappen aankomen, gevolgd door verlaagde perrons die de mogelijkheid bieden aan de reizigers om zonder hoogteverschil de tram op te stappen. De verlaagde perrons zullen verhoogd moeten worden tot hetzelfde niveau als het bovenste gedeelte om samen te vallen met de metrostellen. Dit principe wordt toegepast op volgende stations: Rogier, De Brouckère, Beurs, Anneessens, Zuidstation, Hallepoort, Sint-Gillisvoorplein en Horta. Het Noordstation is een uitzondering vermits het volledige perron op hetzelfde niveau staat en de sporen verhoogd werden om de in- en uitstappen toe te laten.

 

In  totaal zullen 22 perrons van 8 stations met een lengte van 45 m en een nog grotere breedte (centrale perrons) verhoogd moeten worden.

Media
Afbeelding
Opslag van materialen voor onderbreking

Om de dienstverlening van de huidige tramlijnen zo weinig mogelijk te onderbreken zal een groot deel van het werk ’s nachts plaatsvinden. Dan rijden er geen trams en kunnen zware materialen verwijderd worden en kan de betonbekisting voor de verhoging van de perrons geplaatst worden. Daarom zullen de lage perronneuzen (die voorzien zijn voor de toekomstige metrolijn) worden vervangen door houten perronneuzen – een lichter materiaal dat ook gemakkelijker te evacueren is.

Media
Afbeelding
Perronneus neergeklapt

Nieuwe signalisatie

Voor de komst van de metro moet ook de signalisatie of het seinstelsel vernieuwd worden. Dit communicatiesysteem zorgt ervoor dat de stellen veilig door de tunnels en stations kunnen rijden. Het nieuwe systeem zal progressief geplaatst worden langs het volledige tracé.

 

Derde rail

Tot slot moet ook de stroomvoorziening veranderen. De metro rijdt op een andere stroomspanning dan de tram (900V in plaats van 700V). Bovendien wordt de metro niet gevoed door een bovenleiding zoals de tram, maar door een zogenaamde derde rail die langs de sporen wordt geplaatst.